Darts mag dan voor veel mensen misschien slechts een cafésport zijn, toch komt er heel wat bij de sport kijken. Zo zijn er dus ook speciale regels waarbij de professionals de hele tijd rekening mee moeten houden. Zo begint het bijvoorbeeld al bij het meten van de afstand. Zo moet het bord perfect 1,73 meter hoog hangen. De afstand van het bord tot en met jouw voet moet dan 2,37 meter zijn. Vanaf 2,37 meter mag er dus pas naar het bord gegooid worden.

Ook bij de puntentelling gelden er speciale regels. Zo is het de bedoeling om zo snel mogelijk van 501 naar 0 te geraken. Het beste is dus om zo vaak mogelijk de triple 20 te raken, zodat je toch al 60 punten kan inlopen. Op het einde wacht er ook nog een moeilijke taak, want dan moet er met een dubbel uitgegooid worden. Stel dus dat je op 36 staat, moet je dubbel 18 gooien om het spelletje te winnen. Meer info over de puntentelling kan je bij Darts Puntentelling op Sport-Planet lezen. 

Verschillende formats 

Er zijn in het Darts verschillende toernooien en bij elk toernooi gelden er ook andere regels. Zo moet je op het WK Darts bijvoorbeeld met sets winnen en een set win je door drie legs (één leg is één spelletje) te winnen. In andere toernooien zoals bijvoorbeeld de Grand Slam of Darts is het de bedoeling om zo snel mogelijk aan een aantal legs te geraken. Zo is het dus bijvoorbeeld "first to 10" waarbij de speler die eerst 10 legs wint, de match op zijn naam kan zetten. 

En zo zijn er ook nog andere formats. Zo is er met de Premier League Darts nog een heuse competitie tussen de 10 beste spelers ter wereld waarbij er een klassement wordt opgemaakt. Elke speler speelt tegen elkaar en bij een overwinning krijgen ze 2 punten, een gelijkspel 1 punt en een nederlaag geen punten. Nadat iedereen tegen elkaar gespeeld heeft, gaan de laatste twee er in de eerste ronde uit en dan speelt iedereen opnieuw tegen elkaar. Na de tweede ronde blijven de beste vier spelers over die dan via halve finales en een finale zullen uitmaken wie er als winnaar uit de bus komt.